Wie wat bewaart die heeft wat. Ik weet niet of dat een generatie-ding is of dat het bij een bepaalde mensensoort hoort maar in mijn omgeving zijn er velen die NIETS weg kunnen gooien. Er bestaan óók mensen die licht leven, bijvoorbeeld omdat ze weinig plek hebben of vaak verhuizen. Best aantrekkelijk. Tot mijn verbazing vroeg een Amerikaanse vriendin me pas geleden of ik misschien een Nederlands woordenboek had. Daar dacht ze namelijk praktisch nut van te hebben bij het potje Wordfeud dat we gaan spelen. Waarom woon je al een paar jaar in Nederland en heb je geen woordenboek vroeg ik me af.
Natuurlijk was het voor mij geen probleem om diverse oude woordenboeken te traceren op mijn met boeken bezaaide werkplek. Ik besloot haar een oude Prisma te geven waarvan ik, toen ik hem bekeek, me afvroeg waarom die niet al jaren geleden met het oud papier mee was gegaan. Toen ik het boek opende bleek er een stapeltje papiertjes in te zitten. Tot mijn vreugde zag ik dat het een bewaard potje Woordenboekspel was. Terwijl ik het daar juist tijdens een potje Wordfeud met een andere vriend, Michel Melenhorst, over had gehad. Toeval bestaat niet. En Wordfeud grijpt om zich heen. Zoveel is duidelijk.
Het woordenboekspel ontstond ergens in de jaren ’80. Geen idee of het een Enschedese of een Nijmeegse vinding was maar in beide steden werd het even driftig gespeeld om vervolgens weer geruisloos te verdwijnen. Terwijl het toch zo’n schitterend spel is waarvoor je enkel een paar spelers, wat papier en schrijfmateriaal en natuurlijk een woordenboek voor nodig hebt. De spelleider zoekt een woord uit het woordenboek dat zo obscuur is dat (waarschijnlijk) niemand het kent. Bijvoorbeeld het woord oorlof. Vervolgens krijgt iedereen (inclusief spelleider) 5 minuten de tijd om daar een betekenis bij te bedenken. Vervolgens leest de spelleider alle betekenissen voor, inclusief de echte, en moet er geraden worden wat de ware betekenis is. Punten voor goed raden, strafpunten voor in valse betekenissen trappen en bonuspunten voor de bedenker daarvan. Een schitterend spel, vooral ook voor iemand als Ubu die veel met taal bezig was en de creatieve geest had om er een eigen draai aan te geven.
De velletjes komen uit een potje dat gespeeld werd door Ubu, Annemai en Alfred. Zie afbeelding voor de gespeelde woorden. Met de blauwe pen Ubu, met de zwarte links Alfred, rechts Annemai; klik om te vergroten) Het grappige is dat het totaal niet goed voor je woordenschat was omdat je misschien wel meer woorden leerde kennen, maar niet de juiste betekenis daarvan. Eigenlijk is het een stuk leuker dan Wordfeud. Speel het maar eens.
Ha. Veel gespeeld. Ik had een steevaste winnaar: wrensen.
Iedereen wist 1 ding zeker: ‘hinniken naar een merrie’ is het vast en zeker niet.