Escobar

In 10 edities van de poolbode is er misschien maar één keer een stukje geplaatst dat een serieuze toon had. Bij veel mensen is het toch blijven hangen als een van de allermooiste. Dit schreef Ubu een paar dagen na 2 juli 1994, de dag dat Andrés Escobar doodgeschoten werd.

Escobar doodgemaakt

Er is één kinderdroom die ik met veel deelnemers in de pool gemeen zal hebben. Als zevenjarige ventje -nét op de gróte school in Best- voetbalde ik voor het eerst, en éénmaal lukte het: een reusachtige zesde-klasser had de bal en meende even nonchalant tussen de kleintjes door te wandelen. De man moet intussen bijna veertig zijn en zal zich het niet meer herinneren: een kleine Ubu schopte de bal zomaar voor zijn grote voeten weg (thuis vertelde ik ‘s avonds: ‘ik heb Jan uit de zesde aangevallen’, waarop het beeld dat mijn ouders van mij hadden lichtelijk vervormd raakte). Vanaf dat moment wist is het zeker: ‘als ik oud genoeg ben ga ik op voetballen, als ik op voetballen zit word ik héél snel ontdekt (er schijnen altijd mannen van grote clubs te komen kijken, met kleine notitieblokjes) en eenmaal bij PSV kan de ‘trainer van Nederland’ nooit meer om me heen. Naarmate ik ouder werd en de mannen met de notitieblokjes het steeds maar lieten afweten, moest ik mijn dromen soms wat bijstellen: wanhopig vroeg ik me af waarom ik niet in Luxemburg geboren was, dan was ik vast recordinternational. Het is bijna pijnlijk om te moeten toegeven hoe lang rudimenten van deze droom aanwezig zijn gebleven. Acht jaar in het vijfde van FC Kolping hebben langzaam het besef doen doordringen dat het er zelfs misschien wel helemáál niet meer inzit. Nooit wordt ik een Willy van der Kuylen, nooit een Ralf Edström en ook geen Michel Valke, een Andrés Escobar of een Charlie George. Kleine jongetjes, die er ook van droomden dat hun grote passie hen beroemd zou maken. In volle stadions over de lippen van de toeschouwers gaan als ‘de man met het verwoestende schot’, ‘de beste kopper van de twintigste eeuw’, ‘de nieuwe Van Hanegem’, ‘de sierlijke verdediger van Colombia’ of ‘het beest van Arsenal’: vervulde jongensdromen. Andrés Escobar probeerde een Amerikaanse voorzet te onderscheppen en gleed hem in het eigen doel. Bij terugkomst in Colombia werd hij doodgeschoten. In zijn jongensdroom was hij aangekomen op het moment waarop je zwetend wakker pleegt te schrikken. Escobar niet. Een scenario dat miljoenen kinderdromen met terugwerkende kracht verwoest: Escobar is écht doodgemaakt.

Ubu

http://en.wikipedia.org/wiki/Andrés_Escobar

Poolbode 1994-05

This entry was posted in home. Bookmark the permalink.

2 Responses to Escobar

  1. Teun says:

    Het Escobar-stukje van Ubu. Een van de beste voetbalstukjes die ik ooit heb gelezen. En inderdaad de meest gedenkwaardige poolbodetekst, wat mij betreft.

    • Ria Tu says:

      Een indrukwekkend stukje voetbal-proza. Zelfs voor een voetbal-leek als ik. Het dramatische verhaal van Escobar is me altijd bijgebleven. Ik hoop dat alle jongetjes van na 1994 dit verhaal pas te horen krijgen als ze al heel lang volwassen zijn. Dan blijven hun dromen net zo onbevangen en fantastisch als die van de jonge Ubu.

Leave a Reply